De leugens van Davelaar

Davelaar over Nederlandse druk om de Isla te sluiten: “Ook internationale rapporten over raffinaderijen van het type zoals op Curaçao werden erbij gehaald om het aantal sterfgevallen in kaart te brengen”.
Het rapport waarin het aantal doden op Curacao (18 per jaar) berekend is is Ecorys-NEI.
Het onderzoek door Ecorys-NEI is in 2005 uitgevoerd in opdracht van overheids-nv Refineria di Kòrsou, in het kader van de zogenaamde strategische oriëntatiestudies naar de raffinaderij. Het rapport meldt naast allerlei sluitings- en doorgaansopties en de kosten daarvan, ook dat de gezondheidsschade van de raffinaderij 28 miljoen gulden per jaar bedraagt en dat het aantal voortijdige overlijdensgevallen minimaal achttien per jaar bedraagt. Het rapport is in de rechtszaken van SMOC, Humanitaire Zorg en wijkbewoners tegen het Bestuurscollege en de raffinaderij door beide partijen aangehaald en ook de rechters in eerste aanleg en hoger beroep hebben het meegenomen in hun overwegingen.
Davelaar over eigen meetapparatuur: “Dit gaf ook de mogelijkheid om de huurder van de raffinaderij, de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA, te houden aan de milieunormen zoals vastgesteld in het leasecontract”.
Davelaar heeft net als al zijn voorgangers altijd meetgegevens gehad, namelijk die van de Isla/PdVSA zelf. De milieunormen werden en worden ernstig overschreden, maar…er werd en wordt niet gehandhaafd. SMOC heeft dit ook met Davelaar uitvoerig besproken en hem alle gegevens gegeven; hij heeft er nooit iets mee gedaan. En dus blijven er minimaal 18 doden per jaar te betreuren.
Davelaar zegt dat tussen 2008 en 2010 de raffinaderij altijd op de agenda van voormalig staatssecretaris Ank Bijleveld-Schouten stond tijdens haar bezoeken aan Curaçao. Zij was dan ook goed op de hoogte van de trajecten die door Curaçao werden bewandeld.
Dat was zij dus niet, ze werd stelselmatig voorgelogen, zo bleek uit de gesprekken die zij altijd ook met SMOC voerde. SMOC heeft haar de juiste informatie gegeven, en die hebben geleid tot moties en dreigend ingrijpen. Waarom? Omdat Davelaar en zijn voorgangers helemaal niets hebben uitgevoerd om de milieuproblematiek aan te pakken. 
Davelaar over Nederlandse verontwaardiging over Isla milieu schandaal: “Ik heb Ineke van Gent toen ook duidelijk gezegd dat ze op de Nederlandse raffinaderijen die de milieunormen schenden moet letten en niet op Curaçao”.
Welke, meneer Davelaar? In NL wordt gehandhaafd, op Curacao niet. SMOC heeft alle gegevens hierover aan Davelaar overhandigd.
Volgens Davelaar “zijn veel mensen op Curaçao er niet van op de hoogte hoe groot de grondvervuiling in gebieden rond het Waaigat en de zeebodem aan de zuidkust is”. 
Reden: de mensen op Curacao worden niet geinformeerd door de overheid, die wel beschikt over de rapporten waarin dit staat, maar die rapporten niet vrijgeeft. De studie van TNO 2007 rapporteert over die ernstige vervuiling die Davelaar hier noemt. Die studie bleef een jaar lang in de lade van Davelaar liggen totdat Amigoe het publiceerde en Davelaar moest reageren.

 Dat Davelaar sluiting niet zou zien zitten heeft ook alles te maken met zijn gebrek aan kennis van feiten. Toen ik hem in een officiele vergadering op 10 mei 2010 vroeg hoe groot volgens hem de economische bijdrage van de Isla was, noemde hij 25% van het BNP. Ik bracht hem op de hoogte dat het volgens een DEZ rapport 8% zou zijn en volgens ons 5%. Hij moest hard lachen, hij geloofde dit niet. Ik beloofde hem de gegevens te sturen en heb dat als volgt gedaan:

 “Aangehecht treft u ook aan de passage in het SEI, waarin op p. 33 1e regel de geschatte totale bijdrage van Isla aan de economie door de Dienst Economische Zaken berkend is op de door mij genoemde 8%. Het betreft informatie uit de Economic Outlook DEZ van 2007. In de rechtszaak SMOC vs BC van het eilandgebied Curaçao is in 2007 tevens een “Memo de macro-economische effecten van sluiting van de Raffinaderij Isla” ingebracht opgesteld door AJZ en DEZ, waarin dit percentage wordt bevestigd: “Het BNA schat de toegevoegde waarde op circa Naf. 350,- miljoen. De impact van de raffinaderij wordt gemiddeld geschat op 8% van de BBP“.

Met vriendelijke groeten,
Peter van Leeuwen
Voorzitter SMOC

Reacties zijn gesloten