De Nederlandse overheid heeft niet het recht om Curaçao te zeggen haast te maken met een besluit over de toekomst van een verouderde raffinaderij, die van Shell is geweest. De achtergelaten raffinaderij betekende een ‘ecologische en economische ramp’ voor het eiland.
Dat stelde de regering van Curaçao zaterdag in reactie op een brief van minister Liesbeth Spies (Koninkrijksrelaties) hierover aan de Tweede Kamer van afgelopen week.
De raffinaderij zorgt voor veel overlast op het eiland. ,,Shell heeft in 1985 een verouderde installatie en een asfaltmeer achtergelaten tegen betaling van een symbolische gulden”, aldus de regering van Curaçao in een toelichting. Shell was in die tijd nog deels in handen van de Nederlandse Staat.
De Curaçaose regering, die de verantwoordelijkheid over de bende op zich heeft genomen, zou eind 2011 een visiedocument klaar hebben over het voortbestaan van de raffinaderij, maar dat is uitgesteld.
Spies wil dat de Curaçaose overheid snel met een visie komt. Ze dreigde in de brief met een stop van financiering van het Sociaal Economisch Initiatief (SEI) als de regering in haar ogen haar plicht verzaakt. Het SEI wil de eilanden van de (voormalig) Nederlandse Antillen, waaronder Curaçao, een betere sociaaleconomische uitgangspositie geven in de nieuwe staatkundige structuur.
Bron: Trouw