Geachte heer Timmermans,
Als oprichter en voorzitter van de stichting Schoon Milieu Op Curaçao (SMOC) strijd ik met mijn stichting meer dan tien jaar tegen de milieumisdaden van PdVSA op Curaçao, ik ga er vanuit dat u daarvan op de hoogte bent. Mensenrechten worden geschonden, doden, zieken, ontruiming van scholen, het is aan de orde van de dag. Afgelopen weekend moesten mensen weer vluchten uit hun woningen door een enorme rotte eieren stank van een gifwolk van waterstofsulfide afkomstig van de raffinaderij. SMOC heeft 7 jaar geprocedeerd tegen overheid en PdVSA, het heeft niets wezenlijks veranderd, de overheid van Curaçao kan/wil het probleem niet aanpakken. Nederland doet het af als een autonoom probleem. Onbegrijpelijk met de aanwezige kennis van dit dossier en daarmee haar verplichtingen op basis van ‘ good governance” die het Europese Hof in oktober vorig jaar nogmaals heeft vastgelegd, met voeten tredend.* Het was reden voor SMOC om afgelopen december Nederland aan te klagen bij het EHRM.
Een van de problemen is het enorme rookgordijn dat hangt over PdVSA. Niemand weet wat de plannen op Curaçao zijn van de oliereus. Er wordt al jaren niets geïnvesteerd in de oude Shell raffinaderij. Het leasecontract loopt in 2019 af, nog 6 jaar zal de milieuvervuiling de bewoners onder de rook gijzelen en een normaal (gezond) leven onmogelijk maken indien dit probleem niet wordt aangepakt. De passaatwind verspreidt de gifgassen 90% van de tijd over de allerarmste bewoners. Alle signalen wijzen op een vertrek zodra de lease afloopt. PdVSA lijkt failliet, producten voldoen binnenkort niet meer aan aangescherpte kwaliteitseisen zonder miljardeninvestering en dus lijkt een vertrek van PdVSA onvermijdelijk. Werknemers (ruim 900 nog slechts, toen PdVSA kwam in 1985 waren het ca. 2000), verkeren in grote onzekerheid over hun toekomst, bewoners zijn bang voor explosies, maar er heerst grote onduidelijkheid over de (toekomst van deze) raffinaderij.
U bezoekt maandag Venezuela. Er zal een samenwerkingsovereenkomst worden getekend en u noemt het belang van het verbeteren van de banden, de olieproducent en de raffinaderij op Curaçao en “het belang van het uitwisselen van gegevens”. Mag ik u verzoeken te proberen te achterhalen wat de plannen van de Venezolanen zijn? De vele regeringsleiders van Curaçao die u voorgingen zijn zonder enige informatie uit Caracas teruggekeerd. Wellicht dat u er wel achter kan komen wat er broeit in het hoofd(kwartier) van de Venezolanen. U kunt ze aanspreken op de schending van mensenrechten binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Het kan een belangrijke impuls geven om eindelijk van deze milieumisdaden verlost te worden en een terechtwijzing door het EHRM voor Nederland voorkomen.
Drs Peter van Leeuwen, voorzitter SMOC
* EHRM 2 oktober 2012, appl.nr. 5744/05. Czaja v. Poland