Rechte rug, sterke knieën; tijd voor actie

Willemstad, 7 januari 2014

Betreft: Isla raffinaderij problematiek; tijd voor actie

Geachte Kamerleden van de Commissie Koninkrijksrelaties,

Hartelijk welkom op Curaçao. Mooi dat u er (weer) bent en goed dat u met eigen ogen, en neus, kennisneemt van dit dynamische eiland.

De dynamiek van dit eiland zit vooral in het geografische hart van Curaçao: de Isla-raffinaderij. In het vliegtuig heeft u de 500 hectare grote, roetzwart gekleurde, zwavelgeel geaccentueerde, raffinaderij al kunnen zien en als u de wijken Wishi/Marchena/Julianadorp hebt bezocht, ook kunnen ruiken. De Isla, het grootste probleem van dit eiland, is in uw Kamers reeds meerdere malen besproken, evenals het onderzoek van Unicef naar de rechten van het kind op Curaçao. Beiden  kunnen niet los van elkaar worden gezien en met het Unicef onderzoek staat dus ook de Isla problematiek op de agenda bij uw bezoek aan Curaçao. Graag vraagt SMOC daarom uw aandacht voor het volgende.

Het rapport van Unicef stelt letterlijk. “Voer meer onderzoek uit naar de oorzaken van gezondheidsproblemen onder kinderen en jongeren. Dit omvat onderzoek naar de impact van milieuvervuiling”. Een passage als deze is in lijn met Art. 24, lid 2 sub c, van Het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind. Ieder kind heeft namelijk, evenals iedere volwassene, recht op schone lucht, maar onder de rook van de Isla is daar geen sprake van. Dat er geen schone lucht is (integendeel, dat er willens en wetens zeer ernstige normoverschrijdende luchtvervuiling plaatsvindt) is overigens niet in dispuut. Dit is vastgelegd in vele rapporten en ook diverse juridische uitspraken. Zo heeft de rechter in 2010 het onrechtmatig handelen van de Isla vastgesteld. Een uitspraak als deze is nog steeds actueel gegeven het feit dat normen van de World Health Organization stelselmatig met voeten worden getreden, scholen met regelmaat de deuren moeten sluiten vanwege gezondheidsoverlast, etc. De milieu- en volksgezondheidsproblematiek, inclusief sterfgevallen en duizenden mensen die een beroep moeten doen op de gezondheidszorg, zijn u ongetwijfeld genoegzaam bekend (EcoRYS rapport, 2005). Het is dan ook niet voor niets dat uw Kamers aandacht hebben voor de Isla.

Vlak voor de zomer bijvoorbeeld werd in de Eerste Kamer de motie Quik (SP) aangenomen waarin wordt gepleit voor samenwerking tussen Curaçao en Nederland inzake de Isla. Een motie die SMOC weet te waarderen, omdat de Isla ook letterlijk en figuurlijk wel erg groot is voor een klein eiland als Curaçao. Daarnaast heeft Europees Nederland een ereplicht inzake de Isla; het is een erfenis van de Koninklijke Shell. Maar goed, wat heeft de motie de facto opgeleverd? Nog niets.

Op 28 november 2013 beantwoordde Minister Plasterk de Kamervragen van de Tweede Kamerleden Hachchi (D66) en Segers (CU). Helaas deed hij dit feitelijk onjuist. Plasterk stelt dat de meetstations ter hoogte van Beth Chaim en Kas Chikitu er zijn gekomen met SEI-gelden. In feite zijn de meetstations er gekomen -met alle milieuchemische beperkingen van dien- nadat SMOC dit heeft afgedwongen in juridische procedures. Plasterk schrijft ook dat ten opzichte van 2008 de Milieudienst is versterkt met gelden uit het Sociaal Economisch Initiatief (SEI). Voor SMOC is het niet duidelijk waarin Plasterk een versterking heeft kunnen waarnemen. De facto bestond en bestaat er geen Milieudienst op Curacao. Tijdens zijn recente bezoek aan Curaçao heeft SMOC hem daarop gewezen en aangesproken. Wederom dus zonder resultaat: de Kamers worden onjuist geïnformeerd door de Minister. Dat is zeer kwalijk.

Nu er geen functionerende Milieudienst is, is het overigens ook geen wonder dat er van handhaving geen sprake is. De Curaçaose overheid heeft nimmer een boete  uitgedeeld of andere actie ondernomen. Minister Whiteman van Curaçao, belast met de portefeuille milieu, natuur en volksgezondheid, is in dezen dezelfde mening toegedaan als SMOC, i.e. dat het zo niet langer kan. Zo geeft Whiteman te kennen in de reportage van Zembla (VARA; 21 maart 2013). In die uitzending vraagt Whiteman ook om hulp van Nederland om het Isla probleem op te lossen. De stellingname van Whiteman is ook logisch als de relevante feiten in acht worden genomen. Ondertussen gaat Whiteman afgelopen week wel in zee met Isla door een strand op te laten knappen op kosten van de Isla. Van good governance is geen sprake.

Het is  reëel om te spreken van bestuurlijk onvermogen en van het schenden van mensenrechten. Ofwel, identiek aan de Kamervragen uit 2008 van Rutte (VVD) en Van Raak (SP) c.s. waarin wordt gesteld dat de artikelen 2 en 8 (EVRM) worden geschonden.

Als het erop aankomt is SMOC  er van overtuigd dat alle partijen uit uw Kamers vinden dat de mensenrechten worden geschonden en dat er sprake is van ondeugdelijk bestuur. In dat geval zijn de huidige spelregels kraakhelder voor een willekeurige gemeente, provincie of land in het Koninkrijk der Nederlanden. De Rijksministerraad moet optreden conform artikel 43, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

Na jaren van retorica en tig rapporten over deze materie verder is het nu tijd voor actie. Juist nu, omdat ook in de Staten van Curaçao in meerderheid erkend wordt dat de Isla een gevaar is voor mens en milieu. SMOC stelt daarom voor dat uw Kamers, samen met de Staten van Curaçao, constructief gaan optrekken en wel zodanig dat de Isla niet langer een politieke speelbal is waarvoor de mensen onder de rook –de raffinaderijwerkers incluis- van de Isla de hoogste prijs moeten betalen. Daarbij gaat het om de situatie van nu en in de toekomst.

Een  concrete stap  zou kunnen zijn om een volledige inspectie van het Isla terrein te laten uitvoeren door de Gezondheidsraad. Tegelijkertijd zouden experts uit Nederland plaats kunnen nemen in de onlangs gevormde commissie ter bestudering van het voorkeursscenario “Upgrading” enerzijds en in de commissie voor het noodscenario “Sluiting” anderzijds. De samenstelling van die commissies is op zijn minst omstreden te noemen en van enige transparantie is geen enkele sprake.

Tot slot. Wij verzoeken u dringend om tijdens uw bezoek alles te doen dat in uw vermogen ligt om het bovenstaande te verwezenlijken.

Hoogachtend,

Drs. Arjan Linthorst, bestuurslid                              Drs. Peter van Leeuwen, voorzitter

Reacties zijn gesloten