VVD en D66 bijten elkaar over de Isla en de waarborgfunctie

Op 31 maart jongstleden besprak de Tweede Kamer der Staten-Generaal de zogeheten Staat van het bestuur Aruba, Curaçao en St. Maarten. Het voorlopige gespreksverslag vindt u hier: Concept_verslag_Staat_van_het_bestuur_Aruba,_Curaçao_en_Sint_Maarten.

M.b.t. de Isla-raffinaderij hielden de VVD en D66 er een andere visie op na. Heel terecht wees D66, bij monde van mevrouw Hachchi, de VVD op de selectieve inzet van de liberalen als het gaat om de waarborgfunctie. SMOC is zeer benieuwd wat voor vervolg dit mag krijgen. Zie hieronder voor de passage over de Isla.

*******************************************************************************************************************************************************

Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Ik begin ook met de minister van Veiligheid en Justitie welkom te heten bij dit eerste debat dat ik met hem mag voeren. De minister heeft heel veel op zijn bord liggen, maar hij zal vast ook aandacht hebben voor Curaçao, Aruba en Sint-Maarten en dan met name voor Curaçao en Sint-Maarten. Zo niet, dan zullen wij de minister vragen hieraan de nodige aandacht te schenken.

Als we spreken over de staat van het bestuur, dan wordt dat onderwerp vrijwel meteen beperkt tot een gesprek over rechtshandhaving en integriteit van bestuur. Dat zijn natuurlijk belangrijke thema’s. Ik heb wel eens vaker gezegd dat zowel mensen aan deze kant van de Oceaan als de mensen aan de andere kant, de gewone mannen, vrouwen en kinderen op de eilanden, het belangrijk vinden dat er een integer bestuur is. Ik weet ook dat ze snappen en waarderen dat wij hierover in de Kamer spreken. Maar zorgwekkende berichten over thema’s als milieu, zorg en onderwijs worden blijkbaar niet gerekend tot de staat van het bestuur. Daarvoor lijkt de waarborgfunctie niet te gelden en elke vraag daarover wordt weggewoven met een verwijzing naar de autonomie van de landen.

D66 zwaait niet snel met de waarborgfunctie, omdat wij vinden dat de landen zelf in eerste instantie verantwoordelijk zijn en dat alle wegen bewandeld moeten worden om die landen die verantwoordelijkheid te laten pakken. Ik maak deze opmerking echter toch, omdat ik zie dat er toch wel met twee maten wordt gemeten op een aantal onderwerpen.

 

De heer Bosman (VVD): Mevrouw Hachchi houdt ons een perfecte spiegel voor. Zij maakt het verwijt dat er selectief wordt ingegrepen, maar zegt tegelijkertijd dat D66 er vooral voor is dat de eilanden hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Ik noem dan toch maar even de Isla-raffinaderij, waar mevrouw Hachchi iedere keer weer op tamboereert, omdat zij vindt dat die wel een koninkrijkszaak moet worden. Hoe verklaart mevrouw Hachchi dat verschil in benadering?

 

Mevrouw Hachchi (D66): Het is precies zoals ik het zeg: D66 heeft nooit geroepen dat de waarborgfunctie opgepakt moet worden, zelfs niet bij de Isla. Dat laat onverlet dat D66 in mijn tijd als Kamerlid — ik weet natuurlijk dat dit dossier al veel langer speelt — steeds heeft gewezen op de noodzaak dat dit probleem wordt opgelost. Wij willen namelijk ook weten of Curaçao zelf wel zijn uiterste best heeft gedaan om het op te lossen. Als Curaçao het niet alleen kan, vinden wij dat alle wegen moeten worden benut om het probleem op een andere manier op te lossen. En als Nederland op wat voor manier dan ook daaraan een bijdrage kan leveren, moet Nederland dat doen. Dat is de route die we nog steeds volgen en die spiegel is dan ook met name bedoeld voor de heer Bosman, als hij zich hierdoor tenminste aangesproken voelt.

 

De voorzitter: Mijnheer Bosman, u hebt nog één mogelijkheid om een vervolgvraag te stellen.

 

De heer Bosman (VVD): Mevrouw Hachchi zegt wel iedere keer: D66 geeft vooral ruimte aan de landen. In principe komt zij hier zelf ook met vragen. Dat vind ik niet erg, maar verwijt anderen dan niet dat zij hetzelfde doen, maar dan op andere terreinen, terreinen die D66 iets minder belangrijk vindt.

 

Mevrouw Hachchi (D66): Dat was een heel onterechte opmerking. Op alle terreinen, dus ook op het terrein van de integriteit van bestuur, stel ik vragen en deel ik de zorgen. Daar is dus niets nieuws aan. Het gaat mij erom dat mijn fractie in ieder geval consistent is. Wij zwaaien niet meteen met de waarborgfunctie. We proberen alle wegen te bewandelen die er zijn, want zo is die waarborgfunctie ook bedoeld. Ik constateer dat in ieder geval bij een aantal collega’s in deze Kamer die consistentie er niet is. Dat staat iedereen vrij, maar het staat mij ook vrij om dit in mijn eigen inbreng aan te kaarten.

Reacties zijn gesloten