Amigoe: ‘Acute nood moet stoppen’

WILLEMSTAD — De ‘acute noodsituatie’ waar de bewoners onder de rook van de Isla-raffinaderij en de BOO-energiecentrale de afgelopen drie maanden intensief mee te kampen hebben, ‘moet stoppen’. Dit was het uitgangspunt van de stichtingen Smoc, CAE en de vier bezorgde bewoners die in het kort geding onmiddellijke actie vanuit het Land eisen. Tijdens de derde zitting gisteren benadrukten de eisende partijen dan ook wederom dat er sprake is van een acute verslechtering van de omstandigheden ‘waarbij sprake is van extreme vorming van de groene smurrie, stank- en lawaaioverlast, verhoogde uitstoot aan zwaveldioxide (SO2) en dit alles door het overmatig fakkelen’.

Door de stichtingen Schoon Milieu op Curaçao (Smoc) en Clean Air Everywhere (CAE) werd dan ook benadrukt dat het affakkelen – dat tijdens het productieproces van de raffinaderij slechts bedoeld is als noodingreep voor verbranding van overtollig gas – de afgelopen drie maanden excessief heeft plaatsgevonden waardoor er sprake was van vlammen uit de schoorstenen van ‘zeker 20 meter de lucht in’. Smoc-voorzitter Peter van Leeuwen sprak zijn vermoeden uit dat het fakkelen ‘standaard als productieproces’ door de raffinaderij wordt ingezet en dat de uitvoeringsorganisatie Milieu en Natuurbeheer MNB (voorheen Milieudienst) van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), conform de bestaande hindervergunning van de Isla-raffinaderij (geëxploiteerd door PdVSA, red.), onvoldoende hierop zou handhaven. Dit werd stellig ontkend door de vertegenwoordiging – acht personen in totaal – van het GMN-ministerie. “Er vinden regelmatig inspecties op het Isla-terrein plaats, waarbij de Isla onmiddellijk dient te rapporteren over wanneer en waarom zij tot fakkelen overgaat, en aan de hand waarvan ook inspecties plaatsvinden. Het is absoluut niet zo dat men dit standaard als productieproces mag inzetten, daar waken wij voor”, aldus één van de twee inspecteurs die verantwoording dragen voor handhaving op grote industrieën op het eiland.

Deze inspecteur legde verder aan rechter Peter van Schendel uit dat het fakkelen incidenteel wordt ingezet, waar de eisende partijen fel tegen in gingen. Dit met de vraag waarom er vrijwel dagelijks hoge vlammen, zwarte roet en rookvorming uit de schoorstenen is waar te nemen. De rechter haakte hierop in door de inspecteur de volgende vraag te stellen: “Is er dan sprake van dagelijkse incidenten op de raffinaderij? Volgens de heer Van Leeuwen stellen mensen die op de raffinaderij werkzaam zijn, dat men wel degelijk op de hoogte is van de oorzaken van de problemen. Heeft u de indruk dat u (bij rapportages en inspecties, red.) qua informatie aan het lijntje wordt gehouden?” De inspecteur stelde hierop dat hij daar in ieder geval verder onderzoek naar zal doen en op de kortst mogelijke termijn de oorzaak daarvan zou proberen te traceren om op 31 augustus, bij de voortzetting van de zaak, terugkoppeling hier over te kunnen geven. De stichtingen stelden verder dat uit een onderzoek is gebleken dat bij 80 procent van de bewoners onder de rook angst en zorgen heersen over de effecten van de uitstoot voor hun gezondheid, en meenden om deze redenen dat de overheid de plicht heeft om de bevolking te informeren.

Frustraties

De zitting vond gisteren in de kleine zaal plaats waar slechts zestien zitplaatsen beschikbaar waren voor het publiek, die ook dienden voor de vier bewoners die als eisende partij in de zaak optraden. De animo om de zaak bij te wonen was hoog, waarbij ongeveer 35 belangstellenden vanwege ruimtegebrek de zitting niet konden bijwonen. Een groepje zou na aanvang van de zitting, voor het gerechtsgebouw, nog hun ongenoegen daarover uitspreken. Zoals uitvoerig belicht, wist Van Schendel gedurende de eerste twee zittingen bij de partijen zodanig op een overleg aan te sturen, dat het in eerste instantie leek dat ze aardig op één lijn zaten. De rechter gisteren: “De frustraties bulken uit de mailwisselingen tussen beide partijen. Daarom meen ik dat door de advocaten meteen aan het woord te laten, de ruis slechts opzwelt.” Hij zou vervolgens uitgebreid de tijd nemen om het verhaal aan te horen van zowel de eisende partijen, als van de vertegenwoordiging van het GMN-ministerie. Tijdens de ruim vier uur durende zitting, na afloop als een ‘marathonzitting’ omschreven mede omdat er geen pauze was ingelast, zou het meermaals tot verhitte discussies komen.

‘Afgeslankt ambtenarenapparaat

Namens GMN stelde beleidsdirecteur Jeanine Constansia-Kook: “Het is jammer dat de stichtingen zich uit de besprekingen terug hebben getrokken, deze waren in eerste instantie inderdaad goed van start gegaan. Ondanks dat ik de afgelopen twee weken ziek thuis zat, heb ik dagelijks de mails van Smoc en CAE bekeken en daar zo goed mogelijk gevolg aan gegeven.” Verder meldde ze dat binnen het onderhandelingsteam vanuit het ministerie, er tevens sprake was van nog een zieke collega en een die met vakantie was. Ze lichtte toe dat zij als beleidsdirecteur de eindeverantwoordelijkheid draagt vanuit het onderhandelingsteam om aan de minister te rapporteren en dat de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij de minister ligt. De stichtingen zouden meermaals hun ongenoegen laten blijken over het feit ‘dat ondanks de welwillende opstelling van de ambtenaren, het uiteindelijk stil zou vallen in afwachting van beraadslagingen met de minister’. Constansia-Kook benadrukte hierop: “De overheid heeft desondanks wel degelijk hard gewerkt om de gemaakte afspraken na te komen, er zijn tal van belangrijke vorderingen gemaakt. Uiteindelijk heeft inderdaad de minister beslissingsbevoegdheid en kent hij zeer zeker de gehele kwestie de nodige urgentie toe. Verder dient men ook in ogenschouw te nemen dat wij te maken hebben met een afgeslankt ambtenarenapparaat. Zo zijn er slechts twee handhavingsinspecteurs en vandaar dat sommige processen simpelweg tijd in beslag nemen. We zouden in de komende tien dagen, tot aan de oorspronkelijk ingeplande zitting, zeker ver zijn gekomen.”

De beleidsdirecteur stelde verder dat ‘men zich vanuit de overheid heeft ingespannen en zelfs de eisende partijen heeft voorgesteld om een gesprek aan te gaan en de lucht te klaren’. “Er was namelijk vrij snel sprake van een verharding in de opstelling, waarbij slechts allerlei eisen werden gesteld. Ik heb hierop duidelijk aangeboden om over de heersende frustraties om de tafel te zitten”, aldus Constansia-Kook. De advocaat van het Land, Eric Kleist, zou stapsgewijs de eisen van de stichtingen aanstippen en zich op het standpunt stellen dat de overheid ‘aan alle eisen heeft voldaan’, wat op verzet van eisende partijen stuitte. Zoals eerder gemeld hebben de milieustichtingen zich beklaagd over het uitblijven van informatieverschaffing vanuit de overheid, over de eerder met elkaar overeengekomen actiepunten en de uitslag van de analyse van de groene aanslag, inmiddels uitgevoerd door de Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO). Zoals gisteren gemeld heeft de overheid de avond voor de zitting, op de valreep, een gedeelte van de TNO-bevindingen aan de eisende partijen beschikbaar gesteld. Ook heeft de overheid van de rechter nu concreet huiswerk meegekregen, dat bij de hervatting van de zitting afgerond dient te zijn.

Opgesloten

Ook de aanwezige belangstellenden zouden herhaaldelijk de kans krijgen om hun frustraties en zorgen over de overlast en de daarmee gelinkte gezondheidsklachten, te ventileren. Een 66-jarige gepensioneerde verpleegkundige: “Meneer de rechter, ik ben werkelijk een gevangene in mijn eigen huis. Mijn man werkt tenminste en is overdag niet thuis, maar aangezien ik gepensioneerd ben kan ik geen kant uit, ik zit opgesloten. Dit omdat de ramen en deuren gesloten moeten blijven tegen de groene aanslag. De aanslag vormt zich zo snel dat zelfs na het schilderen van het huis, binnen anderhalve maand alles weer groen uitslaat. Mijn huis is niks meer waard. Ik heb hartklachten, last van branderige ogen, snotterige neus en pijn in mijn borst. Minister Ben Whiteman (GMN, PS) laat ons gewoon barsten.” Deze bewoonster van Blue Bay zei verder dat zij met haar kinderen – toen tieners – vanuit Nederland terug op Curaçao kwam wonen en dat haar kinderen toen op het Maria Imaculata Lyceum zaten. “Nou, mijn dochter is vervolgens na afronding van haar opleiding als astma-patiënt terug naar Nederland gekeerd. Wat pijn doet, zijn twee uitspraken van minister Whiteman. Dat omdat zijn vader op de raffinaderij heeft gewerkt en hij zo zijn geld verdiende en de minister daaraan alles te danken heeft, hij de raffinaderij niet zal sluiten. Ook de uitspraak dat Shell nu aan het stoken is en achter het een en ander zou zitten, dit om de exploitatie van de raffinaderij weer in handen te krijgen, is gewoonweg walgelijk.”

Geluidsoverlast

Tijdens de zitting zou advocate Sandra In ’t Veld onder andere ook de extreme geluidsoverlast aankaarten: “Het lijkt alsof de overheid de urgentie niet inziet en zoiets heeft van: kan het nog acuter worden? Zo is er recent 97 decibel aan geluidsoverlast gemeten op de Nijlweg bij Marchena. Dit komt door het extreme fakkelen.” Uit het archief van de Amigoeblijkt omtrent hard geluid tijdens het carnaval, het gehoor schade kan oplopen en dat daarom het GMN-ministerie vorig jaar de geluidsgrens van bands heeft verlaagd. In plaats van 100 decibel mochten deze niet boven de 90 decibel uitkomen want bij een geluidssterkte van 104 decibel treedt reeds na anderhalve minuut al gehoorbeschadiging op. Kenneth Valpoort heeft eerder namens de bewoners van Wishi/Marchena over geluidsoverlast verklaard: “De laatste tijd zijn de gezondheidsklachten van de bewoners toegenomen, dit door een toename in de uitstoot. Zo is er meer stankoverlast geweest, een toename in de vorming van de groene smurrie maar ook extreme geluidsoverlast in de nachtelijke uren. Het lawaai dient men dus niet te onderschatten. Overdag hoort men door het verkeer niets, maar ‘s nachts is het lawaai echt heel erg.” Een bezorgde toerist uit Nederland bezocht onlangs de Amigoe waarbij hij vertelde over zijn verblijf in een appartement in Mahuma en over de extreme geluidsoverlast ‘s nachts. De man beschreef het geluid als ‘opstijgende jet-vliegtuigen’ en was zeer verbijsterd hierover.

Bron: Amigoe, 22 augustus 2015

Reacties zijn gesloten