Amigoe: ‘Weinig kans voor Isla-aanwijzing’

DEN HAAG — Het verzoek van D66 en de SP om ingrijpen door de Rijksministerraad met betrekking tot de Isla-problematiek, lijkt geen steun te krijgen van een Tweede Kamermeerderheid. Ook minister Ronald Plasterk heeft zijn twijfels, maar hij wil wel inventariseren welke maatregelen de Curaçaose regering zelf heeft genomen. Over alle ingediende moties wordt aanstaande dinsdag gestemd.

De motie, die werd ingediend door Wassila Hachchi van D66 en Ronald van Raak van de SP, is een verzoek aan de Rijksministerraad om er zorg voor te dragen dat Curaçao op korte termijn de Isla-raffinaderij aan alle gestelde eisen op het gebied van gezondheid en het leefmilieu van mensen laat voldoen. In een gerelateerde tweede motie vroegen beide partijen om een ‘pro-actieve houding’ van de Nederlandse regering bij het ontwikkelen van scenario’s voor de toekomst van de raffinaderij.

Hachchi en Van Raak rekenden ook op de steun van PvdA-Tweede Kamerlid Roelof van Laar, die eerder had aangegeven dat het moment van een aanwijzing wat hem betreft wel erg dichtbij was gekomen. “Al tien jaar of langer worden mensen op Curaçao vergiftigd onder de rook van de Isla-raffinaderij. Voortdurend wordt er gepraat, gepraat en gekeken. Gisteren zei de heer Van Laar: we moeten iets doen. Ik heb met mevrouw Hachchi geprobeerd om dat zo goed mogelijk samen te vatten,”, zei Van Raak.

“De motie geeft niet aan dat het meteen per aanwijzing zou moeten. (…) Zoals in de waarborgfunctie gesteld staat, is het op veel terreinen de bedoeling dat je met elkaar samenwerkt om problemen aan te pakken. In het geval van de Isla-raffinaderij lijkt het mij overduidelijk dat het probleem ondertussen een probleem van het Koninkrijk is geworden en dat het tijd is dat Nederland hierin niet langer naar Curaçao kijkt en zegt: u vraagt het ons maar als u advies of hulp wilt”, zei Hachchi.

De twee parlementariërs kregen bijval van Gert Jan Segers van de Christen Unie. “Zou het niet een heel sterk signaal zijn als we juist op dit punt net zo geëngageerd zijn als bij bijvoorbeeld corruptie, criminaliteit of ondeugdelijk financieel beheer”, zei hij.

Toch geen steun

Ook Van Laar leek in eerste instantie wel positief over de motie. “Als Curaçao de financiële normen niet haalt kan het Koninkrijk ingrijpen, maar als Curaçao zijn eigen milieunormen niet haalt vinden we dat dat niet de deugdelijkheid van het bestuur raakt. Die milieunormen zijn dan ineens een autonome aangelegenheid, waarbij de overheid van Curaçao haar gang kan gaan. Volgens mij is dat onterecht en niet eenduidig”, zei Van Laar. Toch steunde de PvdA’er de motie uiteindelijk niet, na een toezegging van Plasterk om nog voor het einde van het jaar te inventariseren welke maatregelen de Curaçaose regering op dit moment zelf neemt. “We hadden ook een motie voorbereid. Ik denk dat we de minister even de tijd moeten geven om die extra verkenning te doen. Op die twee maanden zal het ook niet hangen”, aldus Van Laar.

De minister was zelf heel duidelijk over het verzoek van D66 en SP. In beide moties wordt volgens hem gevraagd of Nederland zich wil bemoeien met zaken die de verantwoordelijkheid van een ander land zijn. “Mijn conclusie is dat ook dit punt daar wel vol op de agenda staat. Er wordt over gedemonstreerd. Onlangs was er de Stop Isla Now-demonstratie, met een paar honderd mensen. Er zijn en worden rechtszaken gevoerd. Er zijn actiegroepen actief en er wordt in de Staten over gedebatteerd. Het is echt een heikel onderwerp, ook in de politiek van Curaçao, en dat is de plek waar het hoort”, zei Plasterk. “Voor zover ik ben geïnformeerd, worden er rechtszaken gevoerd over de vraag of men zich aan de hinderwet-norm houdt”, voegde hij daaraan toe. Voor het einde van het jaar zal hij de Tweede Kamer informeren over de stand van zaken.

Bron: Amigoe, 9 oktober 2015

Reacties zijn gesloten