Proberen te leven onder de Isla-rook is levensgevaarlijk! Meerderheid Curaçaose politici kijkt weg?

Eind 2015 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin werd erkend dat Den Haag mede-veroorzaker is van de milieuellende omtrent de Isla. Hiermee doelde de Tweede Kamer op het feit dat Curaçao, door mede toedoen van de Koninkrijksregering, een verouderde olieraffinaderij in de maag kreeg gesplitst van Shell. Een kwalijke zaak waarvoor de Tweede Kamer dus politieke verantwoordelijkheid voor heeft genomen zoals zij ook al jarenlang hulp aanbiedt om te zorgen dat de Isla eindelijk eens bestuurlijk wordt gehandhaafd. Tot op heden heeft dit niets opgeleverd want de PDVSA blijft, nu al decennialang, flink doorblazen zonder winstbelasting te hoeven betalen en milieu-boetes evenmin. Er wordt uiteraard wel tol betaald, maar dan vooral door de mensen uit Buena Vista/Wishi/Marchena en dan gelijk de hoogste ook: hun gezondheid. Volgens de Air Quality Index van de US Environmental Protection Agency is leven onder de Isla-rook dan ook ‘hazardous’. Het is overduidelijk. Mensenrechten worden hier fors geschonden en de Curaçaose overheid laat dit simpelweg bestuurlijk toe zodat PDVSA helemaal niets doet aan milieu-investeringen. Gevolg: alle financiële winsten verdwijnen naar Venezuela, maar alle humanitaire verliezen (en bijbehorende zorguitgaven) komen voor rekening van Curaçao. Heel terecht stelde de Tweede Kamer op 16 februari 2016 het schenden van mensenrechten en ondeugdelijk bestuur aangaande de Isla op Curaçao dan ook vast met een motie. De doelstelling was ook helder: de uitstoot van de Isla moet substantieel verminderen binnen drie maanden. Een tussenstand leert helaas anders. De overlast was weer enorm afgelopen maand. Zo blijkt althans uit eerste metingen, want ter hoogte van Beth Chaim en Kas Chikitu zijn de WHO-normen voor SO2 (zwaveldioxide) tig keer overschreden (10 minuten-gemiddelde = 500 μg/m3; 24 uurs-gemiddelde = 20 μg/m3). Situaties als deze zijn strijdig met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (Art. 25) en Het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind (Art. 24 en 29). Zie hieronder voor de metingen. SMOC vraagt zich dan ook andermaal in alle redelijkheid af wanneer Curaçaose politici, in meerderheid, eindelijk eens de handschoen oppakken om de Isla bestuurlijk te gaan handhaven. Wellicht geraken financiële economie, zorguitgaven, milieu en sociaal kapitaal (lees als: elementair fatsoen) dan eindelijk in een waardige balans.

SO2Maart2016BethChaimKasChikitu

 

 

 

 

Reacties zijn gesloten