Vindt SMOC gehoor? Holle frasen of politieke daadkracht aangaande Isla

Nog even en dan is het zover: de verkiezingen. Verschillende onderwerpen zijn dan van belang, maar de Isla-raffinaderij is er in ieder geval eentje van. Volgens sommigen is het Isla-terrein immers het kloppend hart van Curaçao. Dat het klopt is correct. Economisch klopt het bijvoorbeeld, alleen lang niet meer zo hard als pak hem beet zestig jaar terug. Ter illustratie: de werkgelegenheid is gedaald van 12.631 werknemers in 1952, op een kleine bevolking, naar ongeveer 1000 werknemers nu, op een veel grotere bevolking dan in 1952, aldus Refineria di Korsou N.V. Er is ook een groot gedeelte van de Curaçaose bevolking dat vindt dat het kloppend hart lijdt aan hartfalen. Ter illustratie: in 2011 rapporteerde het CBS dat 83,1 % van de mensen uit Wishi/Marchena stankoverlast ervaart vanaf het Isla-terrein en jaarlijks zijn er tientallen vroegtijdige doden te betreuren, aldus EcoRYS in 2005. Geen wonder. De Isla-raffinaderij is nog nooit door de Curaçaose overheid bestuurlijk gehandhaafd, met als resultaat dat de toch al bijzonder slappe Curaçaose milieunormen worden overschreden. Wat heet: de luchtkwaliteit benedenwinds de Isla behoort bij de slechtste van de hele wereld, zoals bijvoorbeeld aangetoond in een onderzoek van de University of South Florida. Meerdere malen heeft SMOC dit al aangegeven, zoals ook afgelopen maand is weer gebleken uit eerste metingen (zie grafiek hieronder) met het fors overschrijden van normen van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO).

Het is duidelijk: economische afwegingen en het respecteren van fundamentele mensenrechten (voor de mensen onder de Isla-rook) is in disbalans. Het positieve is dat verschillende politieke partijen dit ook lijken te beseffen. Ter illustratie: de PAR hamert in haar partijprogramma op het belang ‘dat reeds nu hard wordt ingezet op handhaving van de huidige wet en regelgeving (waaronder uitstootgrenzen) zodat ook de nieuwe mogelijke exploitant van de van de raffinaderij zich hieraan houdt’, Un Kòrsou Hustu streeft het duurzaamheidsprincipe ‘People, Planet, Profit’ na op haar website en de MAN stelt in haar partijprogramma dat het zich wil committeren aan het ‘Klimaatakkoord van Parijs’. Blijkbaar resoneren standpunten van SMOC zich steeds meer in partijprogramma’s. Heel ingewikkeld zijn deze standpunten ook niet. Met de huidige milieuvergunning kan de Curaçaose overheid de Isla namelijk verplichten om per direct over te stappen op schonere brandstof dan de huidige. De vervuilende uitstoot daalt dan per direct en daarmee de overlast voor bewoners ook. De Isla kan dan nog steeds blijven draaien -zij is immers op basis van de Agreement between the Netherlands Antilles, the Island Territory of Curaçao and Petroleos de Venezuela S.A. vrijgesteld van het betalen van bijvoorbeeld winstbelasting en importheffingen. Economie, milieu en het respecteren van mensenrechten geraken dan in een acceptabelere balans. Wat nu rest is politieke daadkracht, als vervanger van holle frasen van politici, die mensen uit Wishi/Marchena morgen al kunnen ervaren. Dit geldt ook voor de lange termijn. In 2012 rapporteerde EcoRYS, in opdracht van de Curaçaose overheid, dat eind 2013 kraakhelder moest zijn wie de nieuwe investeerder wordt voor de Isla indien olieraffinage op Curaçao wordt gecontinueerd. Anno 2017 moeten we vaststellen dat dit nog helemaal niet duidelijk is, alle mooie woorden en beloften van politici ook hier ten spijt. Het is daarom tijd, de hoogste tijd, voor politiek met een grote P waarin daadwerkelijk en oprecht de belangen van de Curaçaose samenleving voorop worden gesteld als vervanger van het decennialange ondeugdelijk bestuur aangaande de Isla-raffinaderij.

 

Drs. Arjan Linthorst (bestuurslid SMOC)

MrtApr2017SO2NlBethChaimKasChikitu

Reacties zijn gesloten