WILLEMSTAD – Stichting Schoon Milieu Curaçao heeft staatsecretaris Ank Bijleveld in een brief gewezen op de problemen die zich voordoen met het juist uitvoeren van metingen en berekeningen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het vonnis.
In hoger beroep oordeelde de rechter onlangs dat Isla een dwangsom van 75 miljoen gulden moet betalen indien zij niet voldoet aan de normering zoals vastgelegd in de hindervergunning.
De milieubeweging stelt in de brief, mede geschreven namens stichting Humanitaire Zorg, dat het door de BC/Milieudienst gevraagde advies aan de Dienst Algemene Juridische Zaken (AJZ) omtrent het vonnis nog steeds niet beschikbaar is. De interpretatie die de Milieudienst nu geeft van het vonnis is omstreden. Hoewel de rechter metingen vereist heeft om vast te stellen of er sprake is van overtreding van de (vergunnings)norm van 80 µg/m3, stelt de Milieudienst dat berekeningen volstaan. Het openbaar maken van meetresultaten door de Dienst, zoals afgesproken, is ook nog uitgevoerd. De Milieudienst kon niet aangeven, wanneer dat wel gaat gebeuren.
SMOC stelt voorts vast dat de ondersteuning door de DCMR Milieudienst Rijnmond is gestaakt omdat de tot nu toe verleende diensten door DCMR niet zijn betaald door het Bestuurscollege. Dit, terwijl er gelden zijn gealloceerd binnen het Sociaal Economisch Initiatief (SEI). Deze gelden zijn terstond beschikbaar. De ondersteuning is nodig omdat de kwaliteit en omvang van de Milieudienst nog steeds volstrekt ontoereikend is om uitvoering te kunnen geven aan het vonnis, aldus SMOC.
De miliebeweging concludeert dat er “kennelijk geen enkele communicatie geweest is tussen de Milieudienst en het BC over het vonnis en de uitvoerbaarheid daarvan”. De “Isla Kwestie” heeft voor de overheid alhier niet de prioriteit die verwacht kan worden naar aanleiding van het vonnis van het Hof en het standpunt van de Nederlandse overheid. SMOC vraagt de staatssecretaris haar invloed aan te wenden om ervoor te zorgen dat een dergelijk scenario voorkomen zal worden.