Willemstad— Tweede Kamerlid Ineke van Gent (GroenLinks) wil dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Piet Hein Donner (CDA), bij de Curaçaose regering de grote zorgen over de milieu- en gezondheidsschade door aanhoudende incidenten overbrengt en de wens uit dat de Isla-raffinaderij na elk incident openheid van zaken geeft over de vrijgekomen stoffen.
Aanleiding is het incident met de catcracker waarbij op Hemelvaartsdag katalysatorpoeder vrijkwam. “Klopt het dat Isla weigert publiekelijk mee te delen waaruit dit poeder precies is samengesteld?”, vraagt Van Gent aan de minister, en ook wat er waar is van de veronderstelling dat het hier gaat om zware metalen.
Het Kamerlid is van mening ‘dat de Curaçaose burgers en het plaatselijke openbaar bestuur na elk incident op de raffinaderij zo snel mogelijk geïnformeerd dienen te worden over de aard, samenstelling en omvang van de vrijgekomen stoffen en de mogelijke milieu- en gezondheidsschade die hierdoor kan worden veroorzaakt’.
De politica vraagt ten slotte aan de minster of hij deze problemen inmiddels met de Curaçaose minister-president Gerrit Schotte heeft besproken en wat de eventuele uitkomsten daarvan zijn.
Officiële verklaring
Van Gent stuurt als bron een persbericht van de Stichting Schoon Milieu Curaçao (Smoc) mee, ‘DeSox sucks’ van 5 juni. Op 3 juni stuurde Smoc al vragen aan de Milieudienst over de uitstoot, waarop de stichting nog geen enkele reactie heeft ontvangen. “Wij zijn zeer benieuwd naar het onderzoek door de Milieudienst, met name wat betreft Vanadium (op de gevaren waarvan wij al langer op wijzen), maar ook wat betreft de nalatigheid naar de bewoners toe. Wij verwachten een officiële verklaring van de Milieudienst en van de Isla.”
Smoc heeft minister Jacinta Constancia (Gezondheid, Milieu en Natuur), waar de Milieudienst naar verwijst, een brief gestuurd waarin wordt gevraagd om het analyseren van een monster. De stichting heeft van de Milieudienst begrepen dat er geen monsters zullen worden geanalyseerd, ‘omdat bekend zou zijn om welk poeder het gaat’. “Gezien de onbetrouwbaarheid van de informatie die Isla gewoon is te geven, en het poederincident van 2004, waaruit bleek dat er in het poeder giftige en zelfs kankerverwekkende stoffen bleken te zitten (volgens Isla ging het toen ook om ongevaarlijk poeder), een onbegrijpelijke reactie. Het is een kleine moeite monsters door TNO te laten analyseren, en er is geen enkele reden om dat niet te laten doen. De ongerustheid en angst onder vele bewoners van Julianadorp is enorm, en vereist daadkrachtig optreden. Het nemen van een monster en laten analyseren is het minimale dat hoort te gebeuren. Wij verzoeken u dit alsnog te laten onderzoeken.” Smoc schrijft tevens: “Wij wijzen er ook op dat de termijn die wij u hebben gegeven om antwoord te geven op ons verzoek tot stillegging Isla/BOO ruim verstreken is en wij dus genoodzaakt zijn weer naar de rechter te gaan.”
Smoc heeft inmiddels ter onderbouwing van de gestelde vragen aan de Milieudienst ook nog een artikel gestuurd uit de Volkskrant uit 1996. Shell moest toen wegens nalatigheid een boete van 30.000 gulden betalen omdat het bedrijf niet snel genoeg reageerde toen in april 1995 een grote hoeveelheid katalysatorstof ontsnapte uit een raffinaderij in Pernis, aldus het artikel. “Op drie punten ging Shell de fout in, aldus de inspectie. De installatie is onzorgvuldig opgestart, na ontdekking van de ontsnapte stof is niet doortastend genoeg gereageerd en het ongeluk werd uren te laat gemeld. Volgens de wet moet dat binnen vijftien minuten gebeuren. Aanvankelijk meldde Shell dat het om ‘schone katalysatorstof’ ging. In de loop van de dag maakte het bedrijf bekend dat de stof nikkel, antimoon en vanadium bevatte. Volgens Shell bestond er geen gevaar voor de volksgezondheid.&
Bron: Amigoe