Eerst even Jan met de Pet. Hij gaat naar de slager en krijgt bedorven vlees. Wat doet Jan met de Pet? Hij kiest vervolgens een andere slager om daar wel vlees van de juiste kwaliteit te krijgen voor zijn gezin. Het kan ook anders. Gerrit met de Pet gaat naar de slager. Hij krijgt bedorven vlees. Wat doet Gerrit met de Pet? Hij gaat weer naar dezelfde slager voor een nieuw portie vlees. Wat krijgt hij? Wederom bedorven vlees. Wat doet Gerrit met de Pet nu? Hij gaat weer naar dezelfde slager, om vervolgens weer bedorven vlees te krijgen, enz.
Het doen en laten van Jan is goed te begrijpen, hij wil kwaliteit voor zijn gezin. Het doen en laten van Gerrit is minder logisch, tenzij als het bovenstaande verhaal niet volledig is. Dat kan natuurlijk ook, want het ging alleen over het halen van vlees en de kwaliteit ervan. Misschien verkoopt en geeft de slager nog wel meer? Het is deze manier van denken die nodig is om onderstaande citaat uit de Amigoe beter te begrijpen:
“De banden tussen Curaçao en Venezuela moeten versterkt worden. Niet alleen op diplomatiek en politiek niveau, maar ook economisch”, zegt premier Schotte. “Venezuela is een bondgenoot, geen vijand.” Hij zet grote ogen op als hij vertelt over de kille verhouding, die Curaçao tot een paar maanden geleden had met Venezuela. Volgens de premier is het ondenkbaar hoe de vorige regering is omgesprongen met enkele Venezolaanse leiders. “Ook met die van oliestaatsbedrijf PdVSA. Ze hebben de top van PdVSA, waaronder de broer van president Chávez, in de kou laten staan door niet te verschijnen bij een bespreking. Heel handig als je de relaties wilt verbreken, zegt Schotte sarcastisch.
Bron: Amigoe, 19 juli 2011