RNW: ‘Rechter Curaçao oordeelt niet over uitstoot Isla’

De belangrijkste onderdelen van de hindervergunning waaronder de Isla-raffinaderij op Curaçao opereert, hoeft de overheid niet te handhaven. De advocaten van de Isla en van diezelfde overheid hebben met succes betoogd dat tegen zaken waarover eerder door SMOC is geprocedeerd en geen beroep is aangetekend, nu niet meer opnieuw kan worden geprocedeerd. Dat is de belangrijkste conclusie in de uitspraak van bestuursrechter J.Th. Drop van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Apart

De stichting Schoon Milieu op Curaçao (SMOC) heeft in haar juridische strijd tegen Isla en overheid altijd betoogd dat de complete hindervergunning in het geding was, maar de rechter heeft nu geoordeeld, anders dan rechter Boerlage in september 2011, dat elk onderdeel van de vergunning apart beoordeeld moet worden. Gevolg van deze beslissing is deze onderdelen vaststaan als er geen apart beroep wordt ingesteld tegen elk afzonderlijke uitspraak. Met andere woorden: die kunnen niet opnieuw aangevochten worden in de rechtszaal.

 Staten aan zet

“Het is een zeer technisch-juridische uitspraak”, zegt SMOC-advocaat mr. Sandra In ’t Veld. “Volgens deze rechter is de bevoegdheid om verboden activiteiten (vanwege overtreding van de hindervergunning) stop te zetten, voorbehouden aan de Eilandsraad en niet aan het Gerecht.”
Eén van de – voor het milieu – belangrijkere aspecten van de handhaving van de hindervergunning gaat over de overschrijding van de jaargemiddelde uitstoot voor zwaveldioxide en fijn stof. Dat is wat mensenlevens kost. In eerdere procedures oordeelde de rechter dat door berekeningen te maken voldoende vast kan komen te staan of er sprake is van overtreding van de vergunningsnorm en niet door middel van metingen. Hoewel SMOC bezwaar maakte tegen de berekening heeft zij geen beroep ingesteld tegen deze zienswijze. Daarop oordeelt rechter Drop nu dat beslissing van de overheid destijds in 2005, om niet te handhaven, omdat de berekeningen in het voordeel waren van de Isla, niet opnieuw aangevochten kan worden. De milieubeweging had toen in beroep moeten gaan.

Duurzaamheid

Hoewel SMOC nog een civiele bodemprocedure zou kunnen starten, stelt mr. In ’t Veld dat de minister nu aan zet is. “SMOC heeft de milieuproblematiek op de politieke agenda gezet. De huidige coalitie heeft duurzaamheid op haar agenda staan en zegt op te komen voor het volk, ook voor de mensen onder de rook van de Isla.” De advocaat stelt verder dat de gegevens die SMOC tijdens de vele rechtszaken naar voren heeft gebracht, onomstotelijk uitwijzen dat deze raffinaderij de normen in ernstige mate overschrijdt. “Samen met het al in 2008 beloofde visiedocument over een toekomst van het eiland mét en een toekomst zónder raffinaderij kan de minister nu laten zien hoe serieus deze coalitie is met haar groene agenda op Curaçao”, aldus In ’t Veld.

Teleurgesteld

Voorzitter Peter van Leeuwen van SMOC reageert teleurgesteld op het vonnis, maar zegt ook: “Onze strijd voor schone lucht is niet tevergeefs geweest, maar SMOC zal zich nu wel gaan bezinnen of het niet via andere wegen de overheid moeten bewegen haar verantwoordelijkheid te nemen.” “De kwestie staat in ieder geval op de agenda en de feiten zijn duidelijk, daar doet dit juridisch-technisch vonnis niets aan af”, zegt Van Leeuwen.

Bron: RNW

Reacties zijn gesloten