Citaat:
In 1984 schafte Venezuela onder druk van de olieproducerende landen, verenigd in de OPEC, de voorkeursprijs af die Lago en Shell betaalden voor de ruwe olie. Al enige jaren lang was er een overproductie van olie voor de wereldmarkt. De raffinaderijen op de Antillen waren zo verouderd dat modernisering niet meer rendabel geacht werd. Ze konden de concurrentie met nieuwe, modern opgezette bedrijven niet meer aan……Shell vertrok op 29 september 1985 van Curaçao. De overheid slaagde er echter in, met hulp van de Nederlandse regering, de Venezolaanse staat ertoe te bewegen de raffinaderij van Shell, zij het in afgeslankte vorm, over te nemen. Venezuela was daartoe bereid, omdat het geen sociaal-politieke onrust voor de kust wilde en zo ook kon profiteren van de toegang van de Nederlandse Antillen tot de Europese markt.
Bron: L. Dalhuisen, R. Donk, R. Hoefte en F. Steegh (Red.), Geschiedenis van de Antillen: Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Walburg Pers, Zutphen, 1997, blz. 103.
Ps.: Voordat SMOC startte, was deze bron al uitgegeven.