Persbericht: ‘SMOC stapt naar Europees Hof’

LS,
Bijgaand ontvangt u een verzoek dat SMOC onlangs indiende bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Het doel van dit verzoek is dat de staat der Nederlanden, die volgens artikel 56 van het EVRM verantwoordelijk is voor het overzees gebied Curaçao, door het Europees Hof wordt gedwongen de verplichting na te komen om als overheid toe te zien en daar waar overtredingen zijn te handhaven, waar mogelijk met de milieunormen die mondiaal gehanteerd worden (WHO) en niet de (verouderde uit 1994 daterende) normen die op Curaçao zijn vastgesteld. Enkel een serieuze prikkel kan verandering brengen in de opstelling van de autoriteiten tot nu toe. Dat betekent een zeer hoge boete en/of schadevergoeding. Indien nodig ook het opleggen van de maatregel van sluiten en renovatie van de raffinaderij.

SMOC-voorzitter Drs Peter van Leeuwen: “Smoc is na zeven jaar procederen het vertrouwen kwijt dat de overheid daadwerkelijk, dat wil zeggen voor de burger merkbaar, optreedt tegen de repeterende ernstige milieuvervuiling door Isla. Die onwil om op te treden beperkt zich niet alleen tot het bestuurlijke deel van de overheid, maar – zo moet Smoc constateren – ook tot de rechtspraak. De muur van onwil is – afgezet tegen het levensbelang dat Smoc nastreeft – bevreemdend en op de langere duur zeer frustrerend. Herhaalde mensenrechten schendingen kunnen zodoende onbestraft continueren. De Nederlandse overheid weigert haar verantwoordelijkheid te nemen en staat de schendingen van de Rechten van de Mens binnen het Koninkrijk toe. Er rest ons helaas geen andere stap dan het voorleggen aan het Europees Hof.

In het (aangehechte) verzoek (exclusief de 29 bijlages) worden de diverse overtredingen van de Rechten van de Mens opgesomd en toegelicht. Een korte opsomming van de overtreden EVRM-artikelen:

Artikel 1 en 2

De overheid zorgt er niet voor dat de schendingen van de milieunormen door Isla op passende wijze worden voorkomen, bestreden en bestraft. Zij stelt geen onafhankelijk onderzoek in na calamiteiten.  Het vereiste wetgevende  en administratieve kader om het leven te beschermen staat enkel op papier en bij de overheid mist elk doen om daadwerkelijk te handhaven. Wetenschappelijk is vast komen te staan dat er  jaarlijks 18 vroegtijdige doden zijn ten gevolge van de uitstoot van zwaveldioxide en fijnstof alleen al, door Isla.

Artikel 6 (Naar aanleiding van het Lar-Hof vonnis dat na 7 jaar procederen in 2012 alle voorgaande Lar-vonnissen van tafel veegde)

Er kan niet over een onpartijdige rechtspraak worden gesproken.

Artikel 8

De ernstige milieuvervuiling tast het welzijn van de mensen aan en belemmert hen zodanig bij het genot van hun woning en het persoonlijk leven dat er sprake is van schending van het recht als bedoeld in artikel 8. Het is vervuiling door een derde (Isla) en de overheid is gehouden de nodige regelgevende en handhavingmaatregelen te treffen. In Curaçao doet de overheid niets om invulling te geven aan die verplichting.

Artikel 10

Bij gevaarlijke activiteiten moet door de overheid bijzondere nadruk worden gelegd op het recht van het publiek op informatie. De overheid moet door middel van een effectieve en toegankelijke procedure mensen in de gelegenheid stellen toegang te verkrijgen tot alle relevante en aangewezen informatie. Er wordt ondanks herhaaldelijk verzoek, geen informatie gegeven, niet over omvang van een ramp, niet over de stoffen die zijn vrijgekomen. De overheid zwijgt te allen tijde. Verzoeken om informatie, regelmatig door Smoc gedaan, worden genegeerd en naast zich neergelegd. Alle adviezen die de overheid in diverse rapporten die zij zelf (vanaf 1994!) heeft laten opstellen zijn ook op het gebied van informatie en communicatie nimmer opgevolgd.

Curaçao, 11 maart 2013

Hoogachtend,

 

Drs Peter van Leeuwen

Voorzitter Stichting Schoon Milieu Op Curaçao (SMOC)

Persversie brief klachten EHRM 24 1 2013

Reacties zijn gesloten