Defensie hangt een vastgoedstrop boven het hoofd nu vijftig woningen voor marinepersoneel op Curaçao onder de schadelijke rook liggen van de verouderde Isla-olieraffinaderij.

De in zelfstandige marinewoningen in Julianadorp gehuisveste Nederlandse gezinnen klagen al geruime tijd over stankoverlast en aandoeningen als hoofdpijn en benauwdheid. De scholen voor hun kinderen zijn al enkele malen gesloten vanwege de oliemist die leerlingen zelfs tot braken aanzette. De klachten zijn erkend door de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied, brigadegeneraal der mariniers Dick Swijgman. Hij drong aan op een onderzoek.

Meten

Inmiddels heeft defensieminister Hennis de autoriteiten op het tegenwoordig zelfstandige Curaçao opgeroepen de luchtkwaliteit te meten.

De vroegere Shell-raffinaderij is in handen van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij. Deze erkent dat de uitstoot van zwaveldioxide ver boven de norm is, maar eist dat de overheid meebetaalt aan investeringen. Het ministerie van Gezondheid op Curaçao verwijst klagers over de uitstoot op zijn beurt door naar de oliemaatschappij.

Minister Hennis maakt zich zorgen over de gezondheid van de marinegezinnen. Ze geeft aan ‘passende maatregelen’ te willen treffen. Hierbij sluit de bewindsvrouw niet uit dat de Nederlandse gezinnen naar de andere kant van het eiland worden verhuisd. Deze oplossing, die wordt toegejuicht door de defensiebonden, zou een forse strop met het onroerend goed kunnen betekenen. Het ligt voor de hand dat de huizen moeilijk te verkopen zijn.

Defensie erkent bij monde van een woordvoerster dat een fikse waardeafschrijving op de loer ligt. „Maar zo ver zijn we nog niet. Eerst afwachten of de TNO-onderzoekers worden toegelaten en met welke bevindingen ze komen. Daarnaast willen sommige gezinnen wellicht toch blijven. Julianadorp is wel een populaire woonplek.”

Bron: Telegraaf, 2 april 2014