Amigoe: ‘ Publieke discussie over integriteit en Isla’

DEN HAAG — Waarom wordt wel ingegrepen op St. Maarten, maar doet de Rijksministerraad niets aan de vervuiling door de Isla-raffinaderij? Deze en andere vragen kwamen gisteren aan de orde tijdens een publiek debat over het Koninkrijk, waar de Tweede Kamerleden Roelof van Laar (PvdA) en Wassila Hachchi (D66) aan deelnamen.

Door onze correspondent Otti Thomas

De bijeenkomst in Den Haag werd georganiseerd door het Comité Koninkrijksrelaties, een burgerinitiatief dat zich inzet voor het Koninkrijk met prominente leden als oud-gouverneur Jaime Saleh en Pieter van Vollenhoven. “Er wordt veel gesproken over het Koninkrijk door politici en ambtenaren. Ons idee is dat ook studenten, politiemannen en brandweervrouwen hierover willen praten”, zei comité-secretaris Ron van der Veer gisteren.

De betrokkenheid van het Koninkrijksjeugdparlement (KYP) zorgde voor de aanwezigheid van relatief veel jongeren in het publiek. Marifer Aguirre-Broca, lid van het KYP namens Aruba, maakte gisteren bekend dat de vijftig jongeren waarschijnlijk volgend jaar op Aruba met elkaar in discussie gaan. Roderik van Grieken van het Nederland Debat Instituut leidde de bijeenkomst, waarvan er meer zullen volgen.

Volgens Hachchi wordt te vaak de indruk gewekt dat de Rijksministerraad maar twee opties heeft, namelijk ingrijpen of wegkijken. “Er is een derde optie, namelijk investeren in de vriendschap tussen gelijkwaardige landen. Ik denk dat we veel meer tijd en energie moeten steken in samenwerking en het opbouwen van de democratische instituties. Dat heeft in Nederland ook tijd gekost”, aldus Hachchi. Een groot deel van de aanwezigen bleek het daarmee eens te zijn. “De landen hebben gekozen voor autonomie. Het stoort mij dat Nederland altijd kan ingrijpen, want dat druist in tegen de keuze die de landen hebben gemaakt”, aldus een studente uit Aruba.

Maar ook Van Laar kreeg bijval voor zijn visie dat de Rijksministerraad soms geen andere keuze heeft dan in te grijpen. “Als de Rijksministerraad niet had ingegrepen, dan was Theo Heyliger nu de premier van St. Maarten en zou hij het Koninkrijk bijvoorbeeld vertegenwoordigen bij de Verenigde Naties. Heyliger is niet mijn vriend”, aldus Van Laar over vriendschap binnen het Koninkrijk. “Ik denk dat in het geval van St. Maarten de Rijksministerraad wel de goede keuze heeft gemaakt”, zei ook een student uit St. Maarten.

Isla

Vanuit het publiek kwam vervolgens de vraag welke criteria er zijn voor ingrijpen. De Isla-raffinaderij zorgt al jaren voor schade aan de volksgezondheid en het milieu, was de opmerking. “Dat is zelfs door de rechter vastgesteld. Waarom grijpt de Rijksministerraad daar niet in”, vroeg Arjan Linthorst, bestuurslid van de Stichting Schoon Milieu op Curaçao (Smoc).

Van Laar en Hachchi waren hierover echter eensgezind dat ingrijpen een laatste middel is. “Ik denk dat met betrekking tot de Isla nog niet alle wegen zijn bewandeld om samen met Curaçao een oplossing te vinden”, zei Hachchi. Van Laar zei dat er wel sprake zou kunnen zijn van ingrijpen als de inwoners van Curaçao zich opeens massaal tegen het behoud van de raffinaderij zouden uitspreken en de Curaçaose regering zich daar niets van aan zou trekken. Ingrijpen op het gebied van financieel beleid of deugdelijk bestuur komt vaker voor, omdat dan met meer zekerheid is vast te stellen dat de situatie uit de hand loopt, zei hij.

Tweede onderwerp van de bijeenkomst was het VVD-voorstel om voorwaarden te verbinden aan de vestiging van Curaçaoënaars, Sintmaartenaren en Arubanen in Nederland. André Bosman, initiatiefnemer van het wetsvoorstel, zou ook deelnemen aan het debat, maar was verhinderd. Als vertegenwoordiger van de coalitiepartij PvdA verdedigde Van Laar het voorstel. De voornaamste eis is eigenlijk dat mensen die zich in Nederland vestigen een duidelijk idee hebben van wat ze in Nederland komen doen, zei hij. “Je moet een plan hebben. Je kunt niet zomaar een kamertje huren, 200 euro borg betalen en dan verwachten dat je bijstand krijgt”, aldus Van Laar. Hij kreeg bijval van een studente uit St. Maarten. “Het is al moeilijk genoeg in Nederland als je voor een studie komt. Er zijn te weinig banen voor mensen met diploma in Nederland, dus voor mensen zonder diploma al helemaal niet.”

Volgens Hachchi geldt er echter ook op dit vlak dat de landen binnen het Koninkrijk meer met elkaar moeten samenwerken om jongeren een goede toekomst te bieden. Verschillende rechten geven aan mensen met dezelfde nationaliteit is uit den boze, zei ze. De meeste aanwezigen bleken het daarmee eens te zijn. “Er zijn genoeg voorbeelden van mensen die zonder diploma heel wat hebben bereikt in hun leven”, aldus een van de jongeren.

Bron: Amigoe, 6 februari 2015

Reacties zijn gesloten