Eind 2015 heeft de Tweede Kamer met een motie in meerderheid erkend dat SHELL en Nederland onderdeel zijn van de nare milieu-geschiedenis op Curaçao: het Isla-terrein. Aan deze geschiedenis is nog geen einde gekomen. Om die reden stelde de Tweede Kamer in februari 2016, wederom met een motie, in meerderheid vast dat met de milieuvervuilende uitstoot vanaf het Isla-terrein mensenrechten fors worden geschonden en dat er sprake is van ondeugdelijk bestuur. De Isla wordt immers niet gehandhaafd door de Curaçaose overheid. Voorts werd in de laatste motie gesteld dat de uitstoot binnen drie maanden flink verminderd moest worden. Voor SMOC was dit reden om de Staten van Curaçao openlijk tot de orde te roepen. Dit in de hoop dat serieuze parlementaire controle zou volgen die per direct zou leiden tot het bestuurlijk handhaven van de Isla en een zware vermindering van de vervuilende uitstoot. Helaas. Dat is dus niet gebeurd, zoals SMOC hier en bijvoorbeeld ook hier heeft aangegeven. Voor de zomervakantie vroeg Kamerlid Van Laar (PvdA) daarom om een reactie van de regering van Curaçao, via Minister Plasterk. Deze reactie is uitgebleven. Op 7 september 2016 heeft Van Laar in een Kamerdebat hier weer om gevraagd. Helaas leert de ervaring dat de regering van Curaçao niets, maar dan ook helemaal niets, geeft om de mensen uit Wishi/Marchena. Dat terwijl 83,1 % van deze mensen (stank)overlast ervaart, aldus het CBS in 2011. De kans op een inhoudelijke reactie, die getuigt van bestuurlijke verantwoordelijkheid en aan elementair fatsoen in het voordeel van burgers onder de rook, is dan ook nihil.
Het verslag van het Kamerdebat is hier terug te lezen: Besluitenlijst_procedurevergadering_commissie_Kr_7_september_2016.